Fawzi Barchoem, Chamas-woordvoerder wist meteen en nauwkeurig wat te verklaren in antwoord op Israel's beslissing het vuren in de Gazastrook momenteel te staken. Verklaarde Fawzi:"maar wij zullen doorvechten, ongeacht de prijs".
Israelische woordvoerders declameerden interpretaties, varianten op de "pap" die "zelden zo heet wordt gegeten als opgediend". En ik herhaal dat dit Israelische interpretaties zijn. Waar wordt gewezen op de adembenemende verwoesting in de Gaza Strook, het lijden van de bevolking daar (die natuurlijk zelf de Chamas aan de macht bracht, dit even terzijde), de enorme verliezen die zelfs een zelfvernietigende Chamas zullen doen aarzelen alvorens nieuwe rakettensalvo's richting Israel te sturen. Temeer daar het vuren ten zeerste bemoeilijkt wordt door de aanwezigheid van Israel's leger in de Strook waarvan steeds wordt verteld dat de bevolkingsdichtheid (3.500 inw. per vierk. km) een wereldrecord zou zijn. De waarheid is dat Parijs 22.000 inwoners per vierk. km. telt, Brussel 6000, Manila 10.550, Macao 17.000 en Monaco 16.000. Maar veel publicaties aangaande deze oorlog blijven bezijden de waarheid.
De oorlog, teruggeschakeld tot lagere intensiteit is niet voorbij, niet uitgevochten, we hebben hier niet te maken met twee gelijke partijen, we hebben te maken met een oorlog tegen volmaakt onverantwoordelijke willekeur waar gangbare "rekening en verantwoording" niet gelden. Israel trok ten strijde tegen een soort veelkoppige draak, velde het monster met grof geweld en kijkt nu gespannen naar de ingestorte gigant. Deze verroert zich nog maar verging hem de lust vuur te spugen? En wat met de eigenaren van de draak, Iran en Damascus? Zal men daar conventioneler te werk gaan, het bestwil der burgers van Gaza in ogenschouw nemen bij de verdere beslissingen inzake de vernietigingsoorlog tegen Israel?
Israel houdt de adem in , kijkend naar deze gemaskerde draak met het onmenselijke motto:"tot elke prijs". Israel heeft gezien wat dit betekent. Tot ELKE PRIJS. Niets is taboe, niemand wordt ontzien. Menselijke schilden. Vrouwen en vooral kinderen, gereduceerd tot een deel der wapenrusting van een leger dat gangbare militaire beschrijvingen tart. Waar het bekende begrip "schuilkelders" werd omgekeerd. Niet de burgers kregen schuilruimten, maar de burgerverblijven, dus ook scholen, ziekenhuizen en dergelijke moesten de terroristen tot schuilplaats dienen, compleet met de levende "inhoud" van dit soort ruimten.
Israel houdt de adem in, port de draak momenteel niet, weet echter dat de maatregel der regering weinig te betekenen heeft. Chamas zal tot elke prijs door willen gaan met de aanvallen want Chamas kent niets anders. Bestaan is vechten tegen Israel. "Cogito ergo sum?" Welnee. "Ik vecht tegen Israel en besta daarom". Vernietigingsoorlogen impliceren een eigen consekwentie voor de "vernietiger". Deze oorlog heeft dit zeer duidelijk gemaakt voor Israel en de onbevooroordeelde buitenwereld. Die als Israel gruwt van dit "tot elke prijs". Chamas beantwoordde Israel's aanbod met een hernieuwde, een duidelijker dan ooit gestelde verklaring van totale oorlog. Vernietiging tot elke prijs. En dit kan verkeren, een boemerang worden.
Het is goed te weten waar men aan toe is, zeker in oorlogstijd.
Het Joodse volk heeft ongetwijfeld een schat aan oorlogservaring opgeslagen. Ja, ook een Chamas-verschijnsel is het Joodse volk niet vreemd. De Bijbel geeft er al voorbeelden van. Er is daar sprake van een zondvloed, van een vernietiging van de steden S'dom en Amora (Sodom en Gomorro) omdat hier een kwaad woekert waarmee niet te onderhandelen valt, zelfs de Heer der Wereld geeft het op. En wat doet Aartsvader Avraham? Hij wil dat G'd S'dom en Amora nog een kans geeft want misschien zijn er toch nog rechtvaardigen te vinden. Aangaande de Zondvloed geeft G'd Zelf een kans – in een nieuwe wereld - aan ene Noach met diens familie. Onze poging tot een staakt het vuren (dit werd luttele uren na de beslissing al verbroken. Chamas vuurde en Tsahal -Israel's leger- vuurde terug) is een soort van kans voor de Chamas. De kans tot menselijkheid, tot erbarmen over de eigen bevolking die het gelag betaalt. Zal Chamas de kans benutten? De mogelijkheid lijkt vrijwel nul.
Israel veranderde de oorlogshuishouding nog niet. Communicatie is ons onveranderd een primaire levensbehoefte. In onze familiewoning is het TV-scherm nog vol oorlogsinformatie. De Zuidelijke steden met hun achterland, de stuiptrekkende draak in Gaza, er is steeds iemand die er een oog op houdt, de kinderen doen mee want in oorlogstijd moet ieder snel volwassen worden. Computers worden enkel 's-nachts afgesloten en voor Uw briefschrijfster geldt dat een piepklein transistortje met oordopjes in dienst treedt gedurende de altijd doorgaande huishoudelijke bezigheden. Voegt daarbij een ge'intensiveerd mobiel telefoonverkeer en U hebt een aardig beeld van Israel's achterhoede. "Hoe is het nu", roepen geliefden, vrienden uit verre landen en ik vertel ze …van een lammetje dat net geboren werd. In Gaza tussen vuur en rook, onder een geparkeerde Israelische tank. Waarom ma schaap juist deze plek verkoos als verloskamer? Ik meen dat een soldaat haar die vraag stelde waarop ze iets mekkerde. Vrij vertaald jammerde ze haar kudde te zijn kwijtgeraakt zodat zij plots geheel alleen op de wereld was. Deze beschilderde mannen (zijzelf was geheel in 't wit) in gevechtstenue moesten haar opnemen, zij waren haar nieuwe kudde en ze had dorst. Was er iets te drinken? Een fles mineraalwater werd zorgzaam in ma's bek geduwd en zij dronk dankbaar terwijl haar lam, sprekend ma in miniatuur (pa zagen we nergens), eens proefde van haar vette melk. Heel het surrealistische toneel ging waarschijnlijk voorbij aan BBC, CNN en hun Arabische collega's maar ons schijnt dit soort beelden aan te spreken. Ik herinner me uit de Jom Kippoeroorlog tonelen van reservisten die, op de Golanhoogvlakte aangekomen aldaar krachtvoer gingen uitdelen aan de koeien, in hun stal aan het lot overgelaten in de algehele noodtoestand. Onvergetelijke beelden. Terwijl de wereld leek te vergaan was er aandacht voor zoiets als een hongerige melkkoe. Toch was dat een andere oorlog, met meer hoop op een bestand, zelfs vrede, een oorlog tussen landen.
En nu? Rook en vlammen en sirenes (in Jeruzalem en omstreken begonnen deze ook al te huilen, mensen zochten schuilplaatsen maar het bleek een vergissing), raketten, gewonden, overvolle ziekenhuizen en een koor van politici, de onze en buitenlandse collega's. Vrede lijkt menselijkerwijs gesproken als met een raket afgeschoten naar een andere planeet. Israel's leger kan niet werkelijk Gaza normaliseren zonder die Strook in te nemen , in te lijven bij Israel. Hoe lang zal het nog duren totdat deze enige oplossing doordringt tot de machthebbers?
Totdat we Die Dag, Die Grote Dag, (sommigen noemen het misschien D-Day, anderen "Jom Hashem", de Dag Des Heren) bereiken blijft Gaza de landstreek tot de nok toe volgestouwd met springstoffen, aangevoerd door de plaatselijke metro. Nee, geen ondergrondse treinen, de metro hier is primitief, bestaat uit handkarren, kruiwagens, lastdieren en –mensen maar het net loopt, zelfs na alle Israelische inspanning onder geheel het gebied door, van de Egyptische grens tot in, ja in Israel. Als metro-haltes dienen Gaza-huizen die de "halte" aan het oog moeten onttrekken. Wat een tijd, energie, geld besteedde men aan dit net in de onderwereld.
Het is inderdaad verbluffend dat dit mogelijk wordt gemaakt door UNRWA , de hulp (uitsluitend aan wat UNRWA "de Palestijnse vluchtelingen" noemt) bekostigd door de wereld die ook nog woedend is op Israel omdat het vecht tegen wat de wereld zelf kocht voor Israel's vijand , een hulp die zich voorspelbaar keerde tegen Israel dat zich moet verweren tegen een groeiende bevolking continue in het geweer (passend woord) om Israel te benadelen. Het is moeilijk te stellen dat UNRWA onpartijdig zou zijn. Haar werkplaatsen, scholen en kantoren doen dienst als kazernes en wapensilo's, aldus Israelisch vuur trekkend. Hetgeen dan weer zorgt voor veel verontwaardiging onder UNRWA-personeel en donorlanden.
Israel is een klein landje en hoewel ons allen gestreng het zwijgen werd opgelegd bereikten sommige frontverhalen toch de achterhoede. Ik hoorde van vele kanten een vreemd vertelsel. Of misschien helemaal niet zo vreemd gezien de vele wonderbaarlijke gebeurtenissen. De afschuwelijke raketten vol kogels en scherven die zo veelvuldig uiteenspatten zonder te doden, (tot kennelijke ergernis van veel journalisten die klagen over het grote gebrek aan dode Israeli's en niet gediend zijn van antwoorden waarin het begrip "G'dswonderen" voorkomt) de vreemde gewaarwordingen waar soldaten een beetje aarzelend van spreken. Moshe uit Kedumim (in Samaria) vertelde in de familiekring –maar het verhaal kreeg vleugelen - hoe hij met zijn vrienden, speurend naar rakettenlanceerders een woning binnen wilde gaan in Rafiach of misschien was het Gaza-stad. Een vrouw op hoge leeftijd, gekleed in het zwart opende de deur en fluisterde dat ze beter verder konden trekken want hier was alles ondermijnd en kon elk moment exploderen. De eenheid trok haastig verder. De commandant wees op een gesloten ijzeren hek, toegang gevend tot een groot huis. Het hek bleek niet op slot, de huisdeur wel maar deze werd al snel geopend en daar, op de drempel stond dezelfde grootmoederlijke vrouw. "Ga gauw verder, alles ontploft hier zostraks" mompelde ze gehaast en de parachutisten trokken verbluft verder, tot aan een wegkruising waar men linksaf wilde slaan. En daar verscheen weer hun waarschuwende engel, gebarend dat groot gevaar dreigde. De mannen liepen een andere kant op behalve Moshe die de zwarte gestalte aansprak. "Wie ben je toch", fluisterde hij. "Je weet wie ik ben. Ik ben Rachel jullie Aartsmoeder". Ik zie hoe U nu Uw wenkbrauwen optrekt als ware het de slotbrug in tijden van gevaar. Maar ik verzeker U, geachte lezer dat ik veel van dit soort verhalen heb gehoord in deze Stad Jeruzalem. Oorlogsgewonden die hulpeloos in het helmgras liggen, Syrische stoottroepen op meters afstand. Het einde lijkt gekomen maar nee. Ongewoon grote gestalen, geheel wit, verschijnen, sluiten een kring rondom de gewonde, hem onttrekkend aan Syrische ogen, de soldaten van Assad die ook de witte gestalten niet lijken te bespeuren. De gewonde wordt wat later gered door de eigen geneeskundige troepen. Hij blijft leven en zweert een eed voor de Heer der Heerscharen dat hij de rest van zijn leven zal wijden aan G'd. Praat met elke soldaat en hij zal U aankomen met verhalen in deze trant. Dit is Jeruzalem, waar soldaten behalve op helm en brandvrij uiniform vertrouwen op hun talliet (gebedskleed) en tehilliem (psalmboekje), waar voor de grensoverschrijding naar vijandig gebied wordt geblazen op de shofarot (ramshoornen) om "de hemel te openen" vanwaar hulp komen moet. Waar weinig gevechtseenheden – mogen zij ons land heroveren op de vijand opdat wij er zullen kunnen leven - op zullen trekken zonder een gebed om zegen en steun, waar de wereldberoemde foto van de zesdaagse oorlog, waar Israel een onvoorstelbare overwinning behaalde op drie fronten, waar de beroemdste foto drie soldaten toont die als aan de grond genageld vol eerbied opblikken naar de juist heroverde…resten van een muur der Tweede Tempel, de Westelijke Tempelmuur (Klaagmuur); waar vrijwel een ieder U zal vertellen welk wonder gebeurde op die en die dag van die en die oorlog, waar burgers en soldaten "opeens voelden" dat Eliahoe de Profeet de wacht hield. De huidige oorlog, al Israel's oorlogen om de herovering van het in oorlogen verloren land, zij zijn geen gebeuren van deze wereld alleen. Een veel Hogere Macht heeft er de Hand in. Belt U Uzi, onze aannemer maar op. Gewoon een jonge en zeer geslaagde zakenman. U hoort dan een bekende Israelische zanger een gebed zingen:"ana, bekoach Jad Jemienecha"..-zo het U behaagt, oh G'd, help ons met de kracht van Uw rechterhand…" En het kan gebeuren dat Uw radio-omroep eenvoudig Psalmen uitzendt van David, onze oude Koning die oorlog beter kende dan velen en wist dat een vijand van Israel verslagen is wanneer de lust tot verder vechten hem verging. Eerst dan keerde hij, David terug van zijn slagvelden. Een Koning om een voorbeeld aan te nemen, deze David "na'im zemirot", Israels zoete zanger.
Die de Filistijnen versloeg.
Wiesje de Lange, Jerusalem